Weinig aandacht voor waarderingskader bij sollicitaties
In veel sollicitatieprocedures binnen het onderwijs blijft één element opvallend vaak onbesproken: het waarderingskader van de Inspectie van het Onderwijs. Terwijl dit kader niet zomaar een set indicatoren is — het is letterlijk de vertaling van onze wettelijke opdracht. Wie schoolkwaliteit serieus neemt, kan eigenlijk niet om het waarderingskader heen. Toch zien we dat kennis ervan, zelfs bij cruciale functies, niet vanzelfsprekend aanwezig is. En dat is een probleem. Niet omdat het waarderingskader een verplicht nummer is, maar omdat het inzicht geeft in de essentiële vraag die elke organisatie zichzelf zou moeten stellen:
De onderschatte sleutel: het waarderingskader als kwaliteitskompas
Regelmatig krijgen we de vraag waarom het waarderingskader eigenlijk niet standaard in het Pabo-curriculum zit. Een terechte vraag — want als het waarderingskader ons vertelt wat goed onderwijs moet regelen, waarom zouden startende professionals daar dan niet automatisch in worden onderwezen? Je zou zelfs kunnen stellen dat het voor iedereen in de schoolorganisatie relevant is: van leerkracht tot bestuurder. Bewust besluiten om iets níet te organiseren wat het waarderingskader voorschrijft, is simpelweg geen optie. Toch zien we in de praktijk dat veel professionals zich afhankelijk maken van de schoolleider:
“Inspectiebezoek? Dat regelt de directeur wel.” Maar zodra je zicht krijgt op de kwaliteit van de school, wordt één ding pijnlijk duidelijk: schoolkwaliteit is een collectieve verantwoordelijkheid — en leiderschap is het mechanisme dat deze verantwoordelijkheid vormgeeft.
De leiderschapsvraag die zichtbaar wordt als je scherp kijkt naar kwaliteit
Wie het waarderingskader kent, weet: het draait niet om bureaucratie maar om drie kernvragen die de ziel van goed onderwijs raken:
- Leren ze (de leerlingen) genoeg?
- Krijgen ze goed les?
- Zijn ze veilig?
Binnen het kader zijn enkele standaarden essentieel (OR1, OP0, OP2, OP3, VS1 en SKA1). Deze vormen de basis waarop elke school wordt beoordeeld. Ze vertellen precies wat een school móét borgen voordat er überhaupt sprake kan zijn van ontwikkelen of excelleren.
En hier komt de leiderschapsvraag om de hoek kijken.
Want zodra je weet:
- waar de school staat,
- wat wel en niet op orde is,
- welke kwaliteitsrisico’s zichtbaar zijn,
kun je niet langer zoeken naar een “professioneel profiel”. Je zoekt dan naar een leider die exact past op de ontwikkelvraag die uit de kwaliteit naar voren komt. Dat is de kracht van inzicht in het waarderingskader: het verscherpt de leiderschapsvraag tot een precisietaak.
Het risico van gebrek aan kennis
Ondanks het belang van dit inzicht, zie ik in de praktijk nog vaak dat cruciale functionarissen nauwelijks kennis hebben van het waarderingskader. Tijdens een procedure voor een kwaliteitscoördinator van een stichting met meer dan twintig scholen kreeg ik ooit als antwoord op de vraag “Wat weet je van het waarderingskader?”:
“Euh, daar moet ik nog eens induiken.” Dat is niet alleen naïef — het is gevaarlijk.
Een kwaliteitscoördinator die het waarderingskader niet kent, kan niet:
- relevant klankborden met schoolleiders,
- onderwijskwaliteit analyseren,
- ontwikkelprioriteiten benoemen,
- of strategisch adviseren.
En vooral: hij of zij ziet niet wat dit betekent voor de leiderschapsopgave.
Voor schoolleiders geldt hetzelfde. Een directeur die niet scherp heeft wat OP2 en OP3 vertellen — standaarden die bijna volledig over het handelen van leraren gaan — mist zicht op het hart van de schoolkwaliteit. En zonder dat inzicht kan niemand effectief leidinggeven.
Van waarderen naar werven
Wanneer je de kwaliteit van een school helder in beeld brengt, wordt elke wervings- of sollicitatieprocedure een stuk eerlijker én doelgerichter. Je selecteert dan niet op charisma, ervaring of voorkeuren, maar op relevantie voor de kwaliteitsopgave. Kort gezegd:
Een school die haar waarderingskader niet kent, weet niet welk leiderschap ze nodig heeft.
En andersom: Wie het waarderingskader wél begrijpt, weet precies welk type leider een school vooruit gaat helpen.
Daarom zou kennis van het waarderingskader — zeker voor schoolleiders, IB’ers, kwaliteitscoördinatoren, bestuurders en ja, ook het hele team — geen luxe moeten zijn, maar een basiseis. Want uiteindelijk draait het om dit: je kunt pas echt zoeken naar leiderschap als je begrijpt waar de kwaliteit staat.


Arjo de Groot
Samen waarde toevoegen aan het onderwijs? Neem contact op; dan nemen we samen de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van leerlingen en de wereld om ons heen!